Miew, miew (ja, Tito kan nog steeds niet fatsoenlijk miauwen). Vanuit mijn luie tuinbank kijk ik naar boven en vanachter het raam zie ik een rode, harige kop verschijnen. Miew, miew. De kop klimt naar buiten. Nee! In een impuls spring ik op en ren ik naar binnen. Tenminste, dat dacht ik. In werkelijkheid ren ik snoeihard tegen een glazen deur. Precies zoals je in ‘Funniest Home Videos’ zou zien. Alleen was dit niet funny en stond het niet op video. Mijn pols was gebroken en mijn rib gekneusd. En direct schiet door mijn hoofd: “dit is het einde van mijn ultra-avontuur”.
Gelukkig gebeurde dit drie maanden geleden en ben ik inmiddels weer helemaal opgelapt. Geen zorgen dus: ik rende niet twee keer tegen een glazen deur aan. Wel heb ik overal pijntjes, maar Google vertelt me (ja, het is weer zover) dat dat er allemaal bij hoort. Er is zelfs een naam voor bedacht: ‘het PHPD-syndroom’. Dit klinkt bijna stoer, totdat je erachter komt dat het voor ‘Pijntje Hier, Pijntje Daar’ staat. Stoer of niet, ik heb het te pakken! Als ik buk om mijn veters te strikken, dan voel ik mijn bil. Als ik mijn fiets pak, doet mijn hamstring zeer. En even gaat het door mijn hoofd: “wat als ik ziek word?”. Volgens mij heb ik last van wedstrijdspanning, en aangezien er de afgelopen maand maarliefst drie wedstrijden op het programma stonden, lijd ik er al een tijdje aan.
Een paar weken geleden was het zover. Ik ging naar bed zoals elke andere zaterdag. Maar er kriebelde iets in mijn buik. Mijn benen waren onrustig en ik kon maar moeilijk in slaap komen. Mijn billen hadden spierpijn en mijn neus voelde raar. Vreemde combinatie, hoor ik je denken. Maar op die billen na, had het allemaal met elkaar te maken: er stond een wedstrijd op het programma: eindelijk! Na maanden mocht er weer een wedstrijd gelopen worden. Er moest wel even een staaf in mijn hersenen gestoken worden voordat ik deel mocht nemen, maar dan heb je ook wat. In mijn geval een 10KM wedstrijd met spierpijn, omdat ik niet goed naar trainer Peter had geluisterd en twee dagen voor de wedstrijd toch nog even die heuveltraining mee wilde pakken. Maar het was tof om weer eens aan de start te staan – en de finish te halen. Dat smaakte naar meer!
Dus stond twee weken geleden nummer twee op het programma! Zonder staaf in de hersenen maar met bilspierpijn na afloop – zo hoort het. Trail du Barrage: dertig (in werkelijkheid drieëndertig) kilometer lang genieten van de Belgische Ardennen. Inclusief zo’n 1500 hoogtemeters en drie keer de rivier door. Een uitstekende generale repetitie voor wat mij deze zaterdag te wachten staat. Om maar in de Belgische sferen te blijven, rende ik afgelopen zondag nog 21KM achter Bashir Abdi aan. Ik startte weliswaar twee uur later en deed er twee keer zo lang over, maar dat mocht de pret niet drukken.
Gisteren riep trainer Peter – waar ik voorafgaand aan mijn eerste wedstrijd niet naar had geluisterd – dat ze in België niet zo goed zijn in het meten van afstanden. Of eigenlijk: ze doen maar wat! Ooit nam hij deel aan een 70KM wedstrijd maar zelf had hij 77KM op de klok staan. Een marge van 10%, precies zoals mijn 33KM van Trail du Barrage die eigenlijk 30KM had moeten zijn.
Zaterdag staat er 53KM op het programma, mijn allerlangste ooit. Maar met de inzichten die ik nu heb, kunnen dat er zomaar 58 worden. Ik vind het prima: mijn pols is heel, mijn rib doet geen pijn meer en mijn kat hangt niet meer uit het raam. Kom maar op!
Comments (2)
Wat leuk dat je hierover schrijft, Jolanda! En heel herkenbaar die wedstrijdspanning, maar laten we die vooral blijven opzoeken en zijn/haar ass kicken 😉 Super goed gedaan!
Jij ook – gewoon even die finish ingekopt! Was een mooi avontuur =).
En yes, af en toe moet ik wat onzin mijn hoofd uit typen en dan komt het hier terecht. Leuk dat je het gevonden hebt!
Comments are closed.