“Het is gaaf hoor. Maar laat je niet ontmoedigen door de muur. Het ligt er een beetje aan wanneer je ‘m op het parcours krijgt. Ik heb hem weleens in de eerste kilometers gehad; ja, dan moet je nog wel even. En op het einde dan zit je er natuurlijk al doorheen. Denk je dat je er bijna bent en dan is ‘ie daar ineens. Ik weet nog dat ik vlak voor het einde iemand in het Vlaams hoorde roepen: “Ge bent er bijna. Maar nog één dingeke: de muur.” Ja, dat was inderdaad een dingeke.”, aldus Ton van TRCU. Menig persoon zou zich laten ontmoedigen door bovenstaande verhaal, maar voor mij was het een reden om me in te schrijven.
Trail des Fantômes, voor de meeste trailrunners een bekende race. Maar ik ben geen trailrunner, dus voor mij is het een nieuwe. Veertien jaar geleden liep ik mijn eerste rondje door de straten van Breda en het is al heel wat dat ik mijzelf tegenwoordig ‘hardloper’ durf te noemen. Laat staan een ‘trailrunner’. Sinds een jaar of twee loop ik af en toe een rondje onverhard dus het duurt nog zo’n twaalf jaar voordat ik die titel verdiend heb.
Een dom idee. Het is 34 graden en twintig kilometer is best een eind. Twintig kilometer met bergen terwijl ik uit een plat land kom; de hoogste berg hier in de buurt is de heuvel van Park Transwijk. Maar dat was niet zozeer de reden voor de uitspraak ‘een dom idee’. Onderweg naar La Roche staat aflevering 7 van podcast The Running Crew aan. En de Trail des Fantômes wordt daar door Joris en Christophe aangekondigd als een dom idee. Inmiddels rijden we al bij Luik dus omkeren is geen optie meer!
Het domme idee kwam vooral door de domme voorbereiding: Joris reed namelijk de avond voor de trail nog even 100KM op de racefiets. Behalve deze 100KM op de racefiets, voldeed ik aan alle in de podcast genoemde voorbereidingen die ik niet heb gedaan. Techniek en training: dat was inderdaad wel handig geweest. Al wordt er tijdens de podcast ook gezegd dat je de techniek met afdalen toch niet kunt gebruiken omdat het veel te steil is. En de goede lopers hebben stokken mee, om de belasting over de spieren te verspreiden. Basisvoorwaarde daarvoor is dat je armspieren hebt, en die heb ik niet. En dit geldt natuurlijk enkel voor de goede lopers, dus mag ik het vast overslaan. Dan de single tracks, die waren mij bekend van een weekje wandelen in de Duitse bergen. Dus de nieuwe trailschoenen waren ingelopen, niet ingerend. Overigens heb ik daar een week voorafgaand aan de trail nog wel een poging toe gedaan tijdens een 14KM loop op de Utrechtse Heuvelrug. Met resultaat: een blaar op beide voeten. Kortom: een uitstekende voorbereiding.
Wekker om 06:00: kleren aan, pannenkoeken eten en tas inpakken. Jawel, een tas inpakken. Tijdens een trail bevoorraad je jezelf. Of je hebt het geluk dat de vrouw en dochter van je hardlooptrainer met een auto vol cola langs de kant staan. En dan misschien wel het belangrijkste: het startnummer op! Deze was namelijk nodig om de eindtijd te meten – net als met een echte race. Maar de echte reden was dat ik de parcoursbordjes anders niet zou kunnen zien (padoem – dank Joris en Christophe voor de tip). Anders zou natuurlijk iedereen de trail zomaar kunnen lopen =).
Mijn eerste, echte trail en die vond plaats op de warmste dag van het jaar. Wat kon er mis gaan? Met handen en voeten klimmen naar de top om vervolgens je uiterste best te doen om niet onderuit te gaan bij het dalen. Soms was dalen onmogelijk zonder touw. Met als gevolg dat ik af en toe tevergeefs op zoek was naar een touw. Over boomstronken, door rivieren en dat alles tijdens het maken van 1100 hoogtemeters. Af en toe hoorde ik de stemmen van Joris en Christophe in mijn hoofd: “Voor onze eerste trail heb jij de zwaarste uitgekozen. Wat we hierna ook gaan doen: we hebben de zwaarste gehad.“. Niet echt motiverend als je dat voorafgaand aan de race hoort, maar tijdens het lopen was het we een lekker idee.
Schitterende landschappen wisselen elkaar af, joggen, rennen en wandelen ook. Het werd een ware sport om mannen voor te blijven en/of in te halen. Tot groot ongenoegen van een enkeling, al riep het meerendeel aanmoedigingen wanneer ik er sneaky voorbij vloog. In werkelijkheid was dat vliegen waarschijnlijk strompelen maar dat maakt voor het verhaal niet uit. Tijdens het trailrunnen is mijn Frans overigens van een veel hoger niveau dan normaal. Wanneer er complimenten naar mijn hoofd geslingerd werden, floepte ik er binnen enkele seconden een volledig ongestructureerde, Franse reactie met Nederlands accent uit. Gevolgd door “courage!”. Ja, een hoger niveau is natuurlijk ook maar relatief.
Voordat ik aan deze trail begon, maakte ik me een beetje zorgen dat ik zou verdwalen. En inderdaad, regelmatig liep ik op het pad en vroeg ik me af of ik niet één van de felgele pijlen had gemist. Maar nee, ze bleven tot het einde bij me. In tegenstelling tot wat er bij een ander – ik noem geen namen – gebeurde. Deze persoon liep op Maboge plage tussen de halfnaakte mensen te zoeken naar een gele pijl. En op de vraag of de halfnaakten nog andere lopers hadden gezien: “Neen, dus ge zult wel vooraan liggen”. Dat was helaas niet het geval; het bleek een ongewenste en ongeplande detour.
De muur die kwam overigens nooit. Door het nieuwe parcours startten we te noordelijk van Maboge. Er zit dus maar één ding op: volgend jaar ben ik er weer bij. En die blaren? Die zitten er nog steeds. En die gaan volgend jaar niet mee. Wellicht was het een dom idee om ermee te gaan lopen. Maar tegelijkertijd was het ook een geweldig idee, want dit had ik absoluut niet willen missen. Meer van dit graag!
Comments (3)
Zalig verslag Jolanda! 🙂
We delen trouwens ook nog eens hetzelfde magische shirt uit Valencia zie ik 😉
Dank, Joris! Achter dat shirt schuilt weer een heel ander verhaal, ook ergens op deze blog te vinden ;-). Overigens is het wel één van de betere shirts die ik bij een wedstrijd heb gekregen. Valencia is geniaal (en ooit haal ik dat klavertje ook)!
Comments are closed.